Een cultuur van gelijkheid, diversiteit en inclusie
In vergelijking met andere sectoren is de marketing- en communicatiesector in zekere zin vrij evenwichtig en bereid om diversiteit te omarmen, maar als we kijken naar de cijfers en luisteren naar de verhalen, blijkt dat het gebrek aan diversiteit en inclusie nog steeds te groot is. Verandering kost natuurlijk ook tijd, maar door erover te praten kunnen we het proces versnellen. Het VIA Bureau ging daarom in gesprek met vijf inspirerende vrouwen, onder wie Marion Koopman, voorzitter VIA, en Wendy Pouw, directeur VIA, en vroeg hen wat moet er moet gebeuren om een cultuur van gelijkheid, diversiteit, en inclusie te ontwikkelen.
Allereerst, voor degenen die jullie nog niet zo goed kennen, kunnen jullie iets meer over jezelf vertellen?
Marion: Ik ben mama van twee prachtige zonen van 16 en 18, partner, zus, vriendin en nog steeds dochter van een lieve papa. Op dit moment werk ik net als iedereen vanuit huis achter mijn scherm. Voordeel: ik kan daardoor over de hele wereld werken en dat is in mijn rol essentieel. Tegelijkertijd moet ik opletten dat ik regelmatig ga wandelen om niet de hele dag te zitten. Werken is mijn hobby, dus ik doe het met zeer veel plezier. Ik hou van transformeren. De dingen die gisteren goed waren voor de dag van morgen nog beter maken. En daarin staat voor mij de verbinding met de mens centraal. We doen het samen, maar wel met een heel duidelijk doel, want ik hou er wel van om iets te bereiken.
Wendy: Net als Marion ben ik ook mama van twee geweldige kinderen, een dochter van 6 en een zoon van 4. Ik hou in bepaalde mate van tegenstellingen. Zo ben ik klassenmoeder, heb ik een chronische hekel aan sporten, maar ben ik daarintegen wel weer onwijs fan van sport op TV. Daarnaast ben ik fan van (goede) oneliners, welke ik dan ook graag – te pas en te onpas – deel. En dan is het misschien nog wel leuk om jullie iets te vertellen wat veel mensen eigenlijk niet van mij weten: ik heb ooit mijn eigen campagnes – toen nog in DART – getrafficked én een tijdje op Curacao gewoond en gewerkt.
Gisteren was het Internationale Vrouwendag, een dag waarop we de prestaties van vrouwen erkennen en vieren. Ook staan we deze dag stil bij de verschillen die er soms nog zijn tussen mannen en vrouwen en wat wij hier allemaal aan kunnen doen om dit te verbeteren. Hoe belangrijk is deze dag voor de marketing-, communicatie- en creatieve sector? Er werken immers bijna net zoveel mannen als vrouwen in ons vakgebied.
Marion: Heel belangrijk! De genderdiversiteit in de sector is gelukkig groot, maar op het gebied van strategisch en creatief leider- en ondernemerschap is zeker nog wel een stap te maken. Daarnaast is het ook belangrijk dat ons vakgebied het goede voorbeeld geeft in het werk dat we maken.
Wij hebben met VEA de eerste stappen gezet die we nu voortzetten binnen VIA. Vorig jaar publiceerden we een openbrief met daarin een actieplan op basis van zeven punten. Eén daarvan was het onderzoek naar de mate van representatie en stereotypering in het creatieve werk dat we maken. Dit onderzoek is gedaan en gepubliceerd. Diverse teams zijn daarom op alle fronten essentieel. Alleen dan kunnen we ook divers werk maken, maar met het onderzoek alleen waren én zijn we er nog niet. We hebben ons daarom aangesloten bij verschillende branche brede initiatieven en tekenden in 2020 het Charter Diversiteit van Diversiteit in Bedrijf, dit is een stap die elke organisatie kan maken. Ook hebben we dit jaar een focus op de Effie-jury welke binnenkort wordt samengesteld en waarbij minimaal 20% van het aantal Effie-juryleden een vakprofessional van niet-Westerse achtergrond zal zijn.
Met de overgang naar VIA hebben we in het bestuur Baba Touré en Diana Roest die zich specifiek op dit onderwerp richten en daarnaast is er de taskforce Diversiteit & Inclusie o.l.v. Tim Claassen die een belangrijke bijdrage zal leveren om de industrie vooruit te helpen.
Hoe is de man-vrouwverdeling binnen VIA?
Wendy: Dit verschilt per ‘groep’. Zo is het bestuur praktisch 50-50 en het bureauteam is met zeven vrouwen en twee mannen weer een flinke tegenhanger van de taskforcevoorzitters, van wie er momenteel slechts twee vrouw zijn. Binnen de taskforces zien we ook een geringer aandeel vrouwen, wat iets is waar we de komende periode verandering in willen en moeten brengen.
Diverse teams zijn belangrijk, maar in het C-level-onderzoek dat jullie eind 2020 publiceerden, blijkt dat 49% van de professionals nog steeds moeite heeft met het vormen van een divers team. Waarom vinden ze dat zo moeilijk volgens jullie?
Marion: Soms denk je dat je als bedrijf al zeer inclusief denkt, maar in de praktijk blijkt dat je toch nog biased bent. Dat onderkennen is de eerste stap. Dan kun je ook beter naar jezelf kijken en, sterker nog, jezelf evalueren als je bepaalde besluiten neemt wanneer je een team vormt. Een divers team vormen betekent dat je actief op zoek moet gaan en actief moet kiezen voor je teamleden.
Wendy: Het betekent dat je uit je comfortzone moet stappen. Dat is lastig, maar ik ben er heilig van overtuigd – en dit wordt ook bevestigd door tal van onderzoeken – dat het je veel zal brengen, zowel op zakelijk als op menselijk vlak. Eén van mijn motto’s is niet voor niets: ‘Zonder wrijving geen glans.’
Zelf zijn jullie het perfecte voorbeeld van succesvolle vrouwen aan de marketing- en communicatietop. Wat heeft ervoor gezorgd dat jullie hier zijn gekomen? Wat is jullie kracht?
Marion: Ik vind het lastig om zoiets over mezelf te zeggen, maar als ik iets moet noemen, dan is het dat ik een enorme drive en veel energie heb. Ik ben enorm nieuwsgierig en sta altijd open voor nieuwe kansen en mogelijkheden. Ik lever altijd met plezier mijn idee in voor een beter idee van iemand anders.
Wendy: Mijn kracht zit hem vooral in het feit dat ik de grote lijnen zie en dat ik deze goed kan bewaken en verbinden. Verder denk ik ook altijd minimaal één stap vooruit en ben ik graag goed geïnformeerd, wat belangrijk is om mensen aan elkaar te verbinden.
Soms komt een vrouw ondanks al haar inspanningen en kracht nog steeds niet aan de top. Eind 2019 besloot de Tweede Kamer dan ook dat er een vrouwenquotum moest komen in raden van commissarissen bij beursgenoteerde bedrijven om zo een verandering op gang te brengen. In Amerika heeft een deel van de bedrijven de ongelijkheid weten te keren, doordat opdrachtgevers een divers beleid gingen eisen bij de bureaus waar ze mee werkten. Wat vinden jullie van deze ‘bemoeienissen’?
Marion: Het is natuurlijk spijtig dat het nodig is, maar het is wel goed dat het gebeurt. Het is vooral belangrijk dat er iets verandert. Wie het initieert, maakt mij niet uit, zolang er maar meer gelijkheid komt, inclusief wordt gedacht en teams op alle fronten diverser worden.
Wendy: Hoewel ik niet per se voorstander ben van een quotum, kan dit wel effectief zijn om iets te doorbreken. Het belangrijkste is mijn inziens onze houding ten opzichte van alle mensen en groepen. Wat Marion dus zegt: het is belangrijk dat we daadwerkelijk inclusief – en met respect – gaan denken en handelen. In dit geval ben ik dus wel van mening dat het doel de middelen heiligt.
Is het volgens jullie belangrijk dat vrouwen een dominantere rol gaan krijgen, zowel in het bedrijfsleven als in de media?
Wendy: Dominant moet volgens mij nooit het uitgangspunt zijn. Wat wel belangrijk is, is dat we complimentair zijn en zorgen voor een goede balans.
Hoewel het aantal mannen en vrouwen in de sector gelijk is, moeten we constateren dat we deze gelijke verdeling niet overal in terugzien. Wat zijn volgens jullie de belangrijkste aandachtspunten waaraan gewerkt moet worden?
Marion: Ik wil vooral graag meer vrouwelijke strategen en creatief directeuren zien. Daarnaast vind ik het belangrijk dat het binnen teams, jury’s en bedrijven niet meer uitmaakt waar je bent geboren, waar je in gelooft en van wie je houdt. Verschillen in perspectieven, achtergronden en inzichten van medewerkers vergroten de denkkracht van organisaties en de creativiteit van medewerkers.
Wendy: Daar sluit ik mij volledig bij aan. Ongeacht je geslacht, leeftijd, achtergrond of werkervaring, iedereen moet gelijke kansen krijgen en de mogelijkheid en kracht voelen om deze kansen aan te grijpen.
Hoe staat de sector er op het gebied van diversiteit over vijf jaar voor volgens jullie?
Marion: Ik hoop veel diverser en inclusiever dan het nu is. Het is dan ook belangrijk dat we de beeldvorming veranderen en meer diversere teams gaan samenstellen. Ik weet dat dit een langzaam proces is, maar dat maakt het juist nodig om er iedere dag actief en intensief mee bezig te zijn. We moeten ook kritisch naar onszelf zijn. Je kunt wel denken dat je het niet bent, maar we zijn allemaal biased. Wees je hiervan bewust bij ieder besluit dat je neemt, bij het vormen van een team, een jury of een bestuur. Merk je dat je dit lastig vindt, laat je dan coachen door iemand met een andere achtergrond, kleur of gender.
Wendy: Ik hoop dat diversiteit over vijf jaar veel minder een ‘topic of conversation’ is, omdat we in een fase zijn gekomen waarin we dit als vanzelfsprekend zien en we dan echt inclusief denken en zijn. Ik besef dat dit in sommige gevallen een flinke ontwikkeling en groei zal betekenen, maar om er een uitspraak van Bill Gates bij te halen: ‘We always overestimate the change that will occur in the next two years and underestimate the change that will occur in the next ten.’ Ik heb dan ook goede hoop dat we dit uiterlijk binnen vijf jaar realiseren.