Kennisbank

Duik in de kennisbank van VIA, jouw ultieme gids door de wereld van media, data, creatie en technologie. Hier verzamelen we inzichten, onderzoeken, whitepapers en nog veel meer. Jouw startpunt voor kennis, duiding en inspiratie. Filter op taskforce, thema of contenttype en lees je in!

Autoriteit Persoonsgegevens gaat strenger toezicht houden

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft met een brief aan de VIA aangekondigd in 2024 strenger toezicht te houden. Eerder al uitte het kabinet haar zorgen over het gebruik van cookies en online tracking, waardoor een extra budget van 500.000 euro per jaar aan de AP werd toegewezen voor het toezicht hierop. Dit extra budget zal de AP gebruiken om vaker te controleren of organisaties op de juiste manier toestemming vragen voor het plaatsen van onder andere tracking cookies. De AP heeft vuistregels op haar website gepubliceerd met uitleg hoe organisaties hun cookiebanner moeten inrichten en toestemming voor het plaatsen van tracking cookies gevraagd moet worden. De AP heeft deze brief naar de VIA gestuurd met het verzoek om de inhoud ervan onder de aandacht te brengen bij onze leden. Het is van belang dat jij, als lid van de VIA, hiervan op de hoogte bent. Zodat er nu de mogelijkheid is om eventuele aanpassingen uit te voeren. – Saskia Baneke-Delfgaauw, VIA-directeur Lees hieronder de brief van het AP. Via deze mail houden we onze leden op de hoogte van belangrijke juridische ontwikkelingen. Als contactpersoon van jouw organisatie vragen we je om deze e-mail door te sturen naar degenen binnen de organisatie voor wie deze updates van belang zijn. Alvast bedankt! Mochten er vragen zijn of hebben jullie hulp nodig, neem dan contact op met Saskia Baneke, [email protected] of Guido Grevink [email protected] Relevante links:Autoriteit Persoonsgegevens publiceert richtlijnen voor het opstellen van een correcte cookiebannerHeldere en misleidende cookiebanners | Autoriteit PersoonsgegevensLegal Digital Advertising Checklist VERSTERKT TOEZICHT OP TRACKING TECHNOLOGIEËN EN NORMUITLEG RONDOM COOKIES De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gaat vanaf dit jaar vaker controleren of websites op de juiste manier toestemming vragen voor het vragen van (tracking) cookies en andere volgsoftware. In de praktijk komt het namelijk regelmatig voor dat er misleidende cookiebanners worden gebruikt, waardoor de toestemming voor de verwerking van persoonsgegevens niet juist wordt verkregen. De AP wijst u middels deze brief graag op de normuitleg die de AP hier recent over heeft uitgebracht. Cookies en de AVGBij het gebruik van tracking cookies of vergelijkbare technieken kan ervan uit worden gegaan dat er persoonsgegevens worden verwerkt. Dit geldt ook voor sommige functionele en beperkte analytische cookies. Aangezien het gaat om een verwerking van persoonsgegevens moet er ook worden voldaan aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Belang van een heldere cookiebannerDoor middel van tracking technologieën kunnen organisaties meekijken met het internetgedrag van hun websitebezoekers. Echter, dit is alleen toegestaan als websitebezoekers daar expliciet mee akkoord gaan. Zij moeten ook de optie hebben om cookies te weigeren, zonder nadelige gevolgen. Door het inzetten van een heldere cookiebanner kunnen websitebezoekers een weloverwogen keuze maken om wel of geen toestemming te geven. AP normuitlegNaast het versterkte toezicht brengt de AP ook normuitleg uit, zodat organisaties aan de hand van praktische regels kunnen voldoen aan de wettelijke vereisten met betrekking tot (tracking) cookies en andere technologieën. Inmiddels heeft de AP twee uitgebracht: normuitleg voor het maken van een heldere cookiebanner en normuitleg voor het intrekken van toestemming bij cookies. Voor verdere uitleg en voorbeelden verwijzen we u graag naar onze website. De volgende vuistregels helpen bij het opstellen van een correcte cookiebanner: Geef informatie over het doel; Zet vinkjes niet automatisch aan; Gebruik duidelijke tekst; Zet verschillende keuzes op één laag; Verberg bepaalde keuzes niet; Laat iemand niet extra klikken; Gebruik geen onopvallende link in de tekst; Wees helder over het intrekken van toestemming; Verwar toestemming niet met gerechtvaardigd belang. De volgende regels verduidelijken waaraan voldaan moet worden bij intrekken van toestemming bij cookies: Toestemming intrekken moet op ieder moment kunnen; Toestemming intrekken moet net zo gemakkelijk zijn als het aangeven; Toestemming intrekken mag geen nadelige gevolgen hebben voor uw websitebezoekers; Geef informatie over hoe websitebezoekers toestemming kunnen intrekken vóórdat zij toestemming geven; Zorg voor een vindbare plek voor het intrekken van toestemming; Gaat het (ook) om toestemming voor het verwerken van persoonsgegevens door derde partijen? Dan moet u deze derde partijen ook laten weten dat iemand de toestemming heeft ingetrokken.

Lees verder

De kracht van creativiteit in neuromarketing 

Ferdi Gökhan is Head of Science en Behavioral Strategist bij Yune en onderdeel van de taskforce Creative. In deze blog bespreekt hij Neuromarketing en de kracht van creativiteit. In een eerder artikel hebben we de rol van emoties in neuromarketing en de verschillende meetmethodieken onder de loep genomen. Maar laten we nu eens een stap verdergaan. Volgens onderzoek van de 'Association of National Advertisers' is bij adverteerders maar liefst 16,3% van de stijging in winst toe te schrijven aan het slim inzetten van neuromarketing. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor creativiteit.  De essentie van neuromarketing Het interessante aan neuromarketing is dat het zich richt op twee cruciale delen van onze hersenen: het instinctieve 'oerbrein' en het rationele 'moderne brein'. Het ‘oerbrein’ is het primitieve deel van onze hersenen dat zich richt op overleven, voedsel en voortplanten. Het is snel, impulsief en reageert sterk op emotionele prikkels. Het ‘moderne brein’ daarentegen, is het deel dat zich bezighoudt met logica, redeneren en bewuste gedachten. Waar traditionele marketing vaak mikt op het logische en rationele denken, gaat neuromarketing een stap verder. Het erkent dat onze impulsieve, emotionele reacties vaak de doorslag geven bij het maken van keuzes. (Consumenten)gedrag ontstaat namelijk grotendeels onbewust of onderbewust in de diepe regionen van ons brein. En als je begrijpt hoe consumenten denken en voelen, ben je als marketeer in staat om campagnes op een dieper, emotioneel niveau te richten en zo te zorgen voor een hogere betrokkenheid en conversie.  Creativiteit in neuromarketing Zoals bij iedere campagne is creativiteit niet slechts een luxe, maar eerder een onmisbaar instrument om op te vallen en een blijvende indruk achter te laten. Maar creativiteit in neuromarketing is weer van een heel ander level. Hierin betekent het niet alleen het ontwerpen van visueel aantrekkelijke advertenties, maar ook het begrijpen van de psychologische triggers die consumenten aanzetten tot actie. Het is de brug tussen wetenschappelijke analyse en emotionele resonantie. Door creativiteit toe te passen in neuromarketingcampagnes, ben je als marketeer in staat een diepere, blijvende connectie met de doelgroep tot stand te brengen. Verschillende neurologische studies, onder andere deze van Nielsen uit 2017, tonen aan dat verhalen die emoties oproepen een krachtige impact hebben op het geheugen en de besluitvorming. Door creatieve storytelling te integreren in neuromarketingstrategieën, kunnen merken niet alleen informatie overbrengen, maar ook een duurzame emotionele band opbouwen. Beeld zegt meer dan duizend woorden Beeldmateriaal is hierin onmisbaar. Beeld heeft de kracht om direct in te werken op het limbisch systeem van de hersenen, dat verantwoordelijk is voor emoties en geheugen. Creatieve visuele elementen zoals kleur, compositie en design, kunnen de perceptie van een merk beïnvloeden en het onderscheiden van de concurrentie. Door te begrijpen welke visuele elementen de motivatie en beloningscentra in de hersenen stimuleren, kunnen marketeers beelden creëren die consumenten aanzetten tot gewenste acties. Of het nu gaat om het stimuleren van aankopen, het vergroten van betrokkenheid of het bevorderen van merkloyaliteit, visuele prikkels spelen een sleutelrol. Eyetracking  Creativiteit in neuromarketing betekent ook de bereidheid om te experimenteren en te innoveren. Door te testen en het effect te meten van het creatieve beeld kun je letterlijk een kijkje nemen in het brein van consumenten en zien wat hen het meeste aanspreekt. Hiervoor kun je verschillende meetmethodes gebruiken, waaronder eyetracking. Door te zien waar de ogen van de kijker naartoe gaan, kun je als marketeer elementen plaatsen op de posities die de meeste aandacht trekken. Maar ook zo ontwerpen dat de juiste elementen de aandacht trekken. Dit leidt tot effectievere advertenties, en zelfs verpakkingen, die de kijker aanspreken op een dieper emotioneel niveau.  Neuromarketing in de praktijk Merken die neuromarketing al succesvol hebben ingezet, zijn onder andere Coca-Cola en Dove. Beide onderzochten de emotionele reacties van consumenten op hun product of campagne. Hierbij werd specifiek gekeken naar de activiteit in de hersenen om de aantrekkelijkheid van de ontwerpen te beoordelen. Dit is belangrijk omdat de consument vaak niet doen of vinden wat ze zeggen.  It is very difficult to distinguish between what a person believes and what they say they believe.  Daniel Kahneman – Psychologist and Nobel Prize winner Economics Voor hun Real Beauty-campagne heeft Dove bijvoorbeeld met behulp van gezichtscodering en huidgeleidingstests gemeten hoe de campagne emoties zoals zelfvertrouwen en positiviteit bij vrouwen opwekten. De campagne was niet alleen sociaal impactvol, maar hierdoor ook commercieel succesvol. Benieuwd of neuromarketing ook voor jouw merk zo succesvol kan zijn? Er is maar één manier om daarachter te komen: het gewoon doen. En omdat je straks natuurlijk wil weten of je inspanningen ook daadwerkelijk effect hebben, volgen hier de belangrijke prestatie-indicatoren (KPI's) die je kunt gebruiken: 1. Emotioneel engagement wordt gemeten via biometrische gegevens zoals hartslag en huidgeleiding. Bijvoorbeeld: een verhoogde hartslag tijdens een bepaald deel van een advertentie kan wijzen op verhoogde emotionele betrokkenheid. 2. Visuele aandacht wordt gemeten via eyetracking om te zien hoe lang een consument naar een advertentie kijkt en naar welke elementen. Als de ogen van de consument langer op het product of de call to action blijven, is dat vaak een positief teken. Tegenwoordig kan dit ook middels AI (artificial intelligence). Zo voorspelt het AI -model waar de visuele aandacht naar uit gaat en visualiseert dit vervolgens middels een heat map. Bij contentmarketingbureau Yune integreren ze deze methodiek vast in hun creaties en designs om de impact van hun werk te vergroten.  3. Conversieratio is het percentage van de doelgroep dat een gewenste actie onderneemt, zoals een aankoop doen of zich abonneren op een nieuwsbrief. Dit kan worden bijgehouden via web analytics-tools. Wij, als taskforce, zijn ervan overtuigd dat neuromarketing waardevolle inzichten biedt die verder gaan dan traditionele marketingmethoden. Hij stelt marketeers in staat om dieper in te gaan op wat consumenten echt beweegt, waardoor er meer gerichte en effectieve campagnes kunnen worden gecreëerd. Welk merk en welke consument wil dat nu niet? . Bronnen en referenties Alsharif, A. H., Salleh, N. Z. M., Abdullah, M., Khraiwish, A., & Ashaari, A. (2023). Neuromarketing Tools Used in the Marketing Mix: A Systematic Literature and Future Research Agenda. SAGE Open, 13(1), 21582440231156563. Alvino, L., Pavone, L., Abhishta, A., & Robben, H. (2020). Picking your brains: Where and how neuroscience tools can enhance marketing research. Frontiers in Neuroscience, 14, 577666. Bagozzi, R. P., Gopinath, M., & Nyer, P. U. (1999). The role of emotions in marketing. Journal of the academy of marketing science, 27(2), 184-206. Bazzani, A., Ravaioli, S., Trieste, L., Faraguna, U., & Turchetti, G. (2020). Is EEG suitable for marketing research? A systematic review. Frontiers in Neuroscience, 14, 594566. Cha, K. C., Suh, M., Kwon, G., Yang, S., & Lee, E. J. (2019). Young consumers’ brain responses to pop music on Youtube. Asia Pacific Journal of Marketing and Logistics, 32(5), 1132–1148. https://doi.org/10.1108/apjml-04-2019-0247 Goto, N., Lim, X. L., Shee, D., Hatano, A., Khong, K. W., Buratto, L. G., Watabe, M., & Schaefer, A. (2019). Can brain waves really tell if a product will be purchased? Inferring consumer preferences from single-item brain potentials. Frontiers in Integrative Neuroscience, 13(2019), 19. https:// doi.org/10.3389/fnint.2019.00019 Jordao, I. L. D. S., Souza, M. T. D., Oliveira, J. H. C. D., & Giraldi, J. D. M. E. (2017). Neuromarketing applied to consumer behaviour: An integrative literature review between 2010 and 2015. International Journal of Business Forecasting and Marketing Intelligence, 3(3), 270-288. https://doi.org/ 10.1504/ijbfmi.2017.10006047 Pozharliev, R., Verbeke, W. J., Van Strien, J. W., & Bagozzi, R. P. (2015). Merely being with you increases my attention to luxury products: Using EEG to understand consumers’ emotional experience with luxury branded products. Journal of Marketing Research, 52(4), 546-558. https://doi.org/10. 1509/jmr.13.0560 Vecchiato, G., Kong, W., Giulio Maglione, A., & Wei, D. (2012). Understanding the impact of TV commercials. IEEE Pulse, 3(3), 42-49. Venkatraman, V., Dimoka, A., Pavlou, P. A., Vo, K., Hampton, W., Bollinger, B., Hershfield, H. E., Ishihara, M., & Winer, R. S. (2015). Predicting advertising success beyond traditional measures: New insights from neurophysiological methods and market response modeling. Journal of Marketing Research, 52(4), 436–452. https://doi.org/10.2139/ssrn.2498095 Zhang, W. K., Jin, J., Wang, A. L., Ma, Q. G., & Yu, H. H. (2019). Consumers’ implicit motivation of purchasing luxury brands: An EEG study. Psychology Research and Behavior Management, 12, 913-929. https://doi.org/10.2147/prbm. S215751

Lees verder

De VIA vertrouwenspersoon: Frequently Asked Questions

Gerda Arends-Ruitenberg is nu ruim een jaar onafhankelijk vertrouwenspersoon voor VIA-leden en haar medewerkers. Zij is het centrale punt waar ongewenst gedrag kan worden gemeld en staat mensen bij met raad en daad. Veel van onze leden weten Gerda al te vinden en ze krijgt regelmatig vragen. We hebben Gerda gevraagd om deze vragen met ons te delen om zo een nog beter inzicht te geven wat zij voor onze leden en haar medewerkers kan betekenen. Wanneer kun je gebruik maken van de vertrouwenspersoon? “Je kunt bij een vertrouwenspersoon terecht wanneer je last hebt (gehad) van ongewenste omgangsvormen of graag een misstand wil bespreken. Dat kan gaan over seksuele intimidatie dan wel seksueel misbruik, agressie en geweld (dus ook intimidatie en machtsmisbruik), discriminatie of pesten. Grensoverschrijdend gedrag kent verschillende vormen, dus voel je niet bezwaard om contact met mij op te nemen. Ook voor kleinere misstanden kun je bij mij terecht. Je kunt niet bij mij terecht voor een in jouw ogen onterechte beoordeling. Hiervoor zou je advies kunnen vragen bij HR, een vakbond of eventueel een jurist.” Wat kan de vertrouwenspersoon doen, behalve even luisteren? “De vertrouwenspersoon luistert inderdaad eerst naar het verhaal van de melder en probeert de situatie zo helder mogelijk te krijgen. Deze persoon licht opties toe, geeft informatie over mogelijke informele en formele oplossingsmogelijkheden, kan doorverwijzen naar andere hulpverlenende instanties en klachtenprocedures begeleiden. Maar kan ook ondersteuning geven door bijvoorbeeld mee te gaan naar een gesprek met een leidinggevende of HR-adviseur. Het is altijd aan de melder of en welke vervolgstappen er worden gezet.” Hoe vertrouwelijk is een gesprek met de vertrouwenspersoon? “De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht. In gesprek wordt alles wat een melder verteld vertrouwelijk behandeld. Deze persoon deelt dan ook geen informatie met de werkgever van de melder en in mijn geval ook niet met VIA. De melder zelf heeft de regie over eventuele vervolgstappen die wel of niet worden gezet, tenzij er sprake is van een strafbaar feit of een misstand. Dan moet een vertrouwenspersoon wel in actie komen door bijvoorbeeld melding te maken bij een toezichthouder, maar nooit zonder de melder hierover vooraf over te informeren.” Wat zijn de voorwaarden om gebruik te maken van de vertrouwenspersoon van VIA? “Iedere medewerker van de organisaties die aangesloten zijn bij VIA kan op elk moment contact opnemen met mij, wanneer er sprake is van ongewenste omgangsvormen of een misstand. In principe wordt er verwacht dat bedrijven met 10 of meer werknemers zelf een vertrouwenspersoon aanstellen. Dit wordt ook wettelijk verplicht. Kun je of wil je niet de vertrouwenspersoon van je werkgever inschakelen? Dan kun je altijd contact opnemen met mij.” Moet ik betalen voor een gesprek met de VIA vertrouwenspersoon? “Nee, je hoeft niet te betalen voor een gesprek met mij. VIA faciliteert en betaalt dit voor de bij haar aangesloten leden en medewerkers.” Aan wie legt een vertrouwenspersoon verantwoording af? “Voor het bestuur VIA schrijf ik elk jaar een geanonimiseerd jaarverslag. Hierin worden het aantal meldingen en de aard van de meldingen genoemd om inzicht te geven in welke problemen het meest voorkomen in de branche. Uit het verslag is niet op te maken vanuit welke bedrijven de meldingen zijn gedaan. Mocht er sprake zijn van meerdere meldingen uit eenzelfde organisatie met eenzelfde ongewenste omgangsvorm óf als het gaat om een misstand binnen een organisatie dan zal ik met de directie van het bedrijf in kwestie contact opnemen. In eerste instantie zal ik het bedrijf zelf de mogelijkheid geven om de misstand op te lossen. Doen ze dat niet, dan ga ik naar de betreffende toezichthouder.” VIA voor een Veilig Werkklimaat Het is belangrijk dat iedereen met plezier naar zijn werk gaat. Een sociaal veilige werkomgeving is hiervoor een noodzakelijke voorwaarde. Respect, collegialiteit en werkplezier moeten vanzelfsprekend zijn en op alle vormen van ongewenst gedrag, zoals seksuele intimidatie, pesten, discriminatie en agressie moet alert worden gereageerd. Meld daarom misstanden! Vertrouwenspersoon Gerda Arends-Ruitenberg is aangesteld voor alle VIA-leden. Je kan bij haar anoniem een melding doen. Gegevens vertrouwenspersoon Gerda Arends-Ruitenberg Email: [email protected] Telefoon: 06 41878027

Lees verder

AI-Act

Afgelopen week heeft de Europese Unie een voorlopig akkoord bereikt over de AI Act. In dit artikel bespreekt VIA-jurist Guido Grevink de act. Afgelopen week heeft de Europese Unie een voorlopig akkoord bereikt over de AI Act. Waarom voorlopig? De laatste puntjes moeten nog op de i worden gezet en vervolgens moet het Europees Parlement een definitief akkoord geven. Dit is in principe slechts een formaliteit, waarbij normaal gesproken een wet inhoudelijk niet meer op belangrijke punten wordt aangepast.  De verschillende risiconiveaus De AI Act regelt, zoals de naam al doet vermoeden, het gebruik van AI-systemen in de Europese Unie. Het maakt hierbij een onderscheid tussen verschillende soorten risiconiveaus:  Er zijn AI-systemen die een onacceptabel hoog risiconiveau vormen. Dit zijn systemen die een dermate hoog risico vormen voor de samenleving dat ze worden verboden. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan bepaalde vormen van gezichtsherkenningstechnieken in de openbare ruimte.  Een stap lager bevinden zich de hoog risico AI-systemen. Het gaat hierbij om AI-systemen die mogelijk een gevaar vormen voor de gezondheid, veiligheid, grondrechten of het milieu.  Deze zijn toegestaan, mits ze aan strenge regels voldoen. Zo mogen deze AI-systemen alleen beslissingen maken onder menselijk toezicht en dienen ze te voldoen aan allerlei kwaliteitswaarborgen. Een voorbeeld hiervan is een algoritme dat sollicitanten beoordeelt. De laatste twee soorten AI-systemen zijn die met een beperkt risico en die met een minimaal risico. Het enige verschil tussen deze twee varianten is dat systemen met een beperkt risico aan verschillende transparantieverplichtingen moeten voldoen. Dit betekent dat duidelijk moet worden gecommuniceerd dat het om een AI-systeem gaat, bijvoorbeeld in het geval van deepfakes. De laatste categorie kan behoudens andere wetgeving vrij worden gebruikt. Bron: Europese Commissie AI in de advertentiebranche In welk risiconiveau toepassingen van AI in de advertentiebranche moeten worden ingedeeld, dient door partijen zelf te worden beoordeeld. Let wel op: de verplichtingen uit de AI Act gelden niet alleen voor partijen die de systemen ontwikkelen, maar ook organisaties die AI toepassen moeten deels aan de verplichtingen voldoen. Daarnaast kunnen niet alle toepassingen direct binnen een risiconiveau worden ingedeeld. Foundation modellen zoals ChatGPT en Bard kunnen binnen een breed scala van scenario's worden toegepast, waardoor het afhangt van de toepassing welk risiconiveau het systeem heeft. Partijen die bijvoorbeeld ChatGPT gebruiken om sollicitanten te beoordelen, dienen dan ook zelfstandig ervoor te zorgen dat er bijvoorbeeld mensen toezicht houden op het proces, wat een van de verplichtingen is bij hoog risico AI-systemen. Desalniettemin zullen de meeste toepassingen van AI binnen de advertentiebranche binnen een van de laatste twee risiconiveaus vallen en kunnen deze zonder al te veel verplichtingen worden gebruikt. Privacywet en regelgeving spreekuur Heb je vragen over de AI-Act of andere juridische zaken? Meld je dan aan voor het Privacywet & Regelgeving spreekuur. Tijdens deze maandelijkse call kan je alle relevante vragen stellen over privacywet en regelgeving. Check de VIA agenda voor de eerst volgende sessie. Van tevoren al een vraag delen? Dat kan; neem dan contact op met [email protected]

Lees verder

 5 tips om de sociale veiligheid in je organisatie te vergroten 

Vertrouwenspersoon Gerda Arends-Ruitenberg is aangesteld voor alle VIA-leden. Je kunt vrijblijvend en anoniem contact opnemen via 06 41878027 of stuur een mailtje naar [email protected]. Een veilig werkklimaat staat bij VIA voorop en is wat ons betreft de basis voor continuïteit en groei van de branche. Een veilige werkomgeving zorgt voor behoud van talent, minder verzuim en gelukkigere, productievere werknemers. De omgang met collega’s en klanten heeft veel invloed op hoe iemand zich voelt en kan leiden tot lichamelijke, psychische en sociale klachten, zeker als er sprake is van ongewenste omgangsvormen. Onze VIA vertrouwenspersoon Gerda Arends-Ruitenberg geeft tips die je direct kunt gebruiken om de sociale veiligheid in je organisatie te vergroten. 1. Voer het gesprek Medewerkers zijn vaak heel goed in staat om de ongeschreven regels te benoemen. Door met elkaar in gesprek te gaan, kun je gezamenlijk de norm binnen jouw organisatie bepalen. Je kunt daarbij vragen stellen als: Wat is bij ons normaal? Voor wie werkt dat goed en voor wie minder goed? Wat moet je hier vooral niet doen? Hoe gaan we hier om met conflicten? Praten biedt ruimte om elkaar aan te spreken op gedrag of de ander tegen te spreken. Door elkaar te helpen in een ongemakkelijke situatie draagt een ieder effectief bij aan een veilig werkklimaat. 2. Borg (sociale) veiligheid in regels Het opstellen van gedragsregels dragen echt bij aan het borgen van sociale veiligheid binnen een organisatie. Als afspraken over gewenst gedrag beschreven staan dan weten medewerkers wat er van hen verwacht wordt en welke gedragingen wel en niet toelaatbaar zijn. Het zorgt voor duidelijkheid bij je werknemers en geeft houvast om collega’s aan te spreken. Je kunt hierbij denken aan een gedragscode en een klachtenregeling. Wanneer er een juridische procedure ontstaat dan kan er bijvoorbeeld naar de gedragscode worden verwezen om aan te tonen dat er regels binnen de organisatie zijn. Een klachtenprocedure biedt medewerkers de mogelijkheid om een situatie van ongewenst gedrag binnen de organisatie te bespreken, misverstanden te verhelpen en zorgt voor een rechtvaardige afhandeling van een klacht door hoor en wederhoor toe te passen. Het is hierbij belangrijk om transparant te zijn over de regels, hoe daarmee omgegaan wordt en te erkennen dat er machtsverhoudingen bestaan. 3. Check en informeer Check bij je werknemers wat ze nodig hebben om zich uit te kunnen spreken. Informeer je medewerkers waar ze heen kunnen als ze er met een ander niet uitkomen. Dit kan een persoon zijn, die invloed kan uitoefenen binnen de organisatie, maar ook een externe onafhankelijke instantie zijn of vertrouwenspersoon. Iedere medewerker van de organisaties die aangesloten zijn bij VIA kan kosteloos bij de vertrouwenspersoon van VIA terecht, wanneer er sprake is van ongewenste omgangsvormen of een misstand. 4. Neem een melder van ongewenst gedrag altijd serieus. Een medewerker komt over het algemeen niet het eerste beste plagerijtje melden bij de leidinggevende. Vaak is daar al een heel proces van zelfonderzoek aan vooraf gegaan. De melder wil vooral dat het ongewenste gedrag stopt en ziet geen andere mogelijkheid om dit te bereiken dan door de hulp van de leidinggevende in te schakelen. Als het gewenst is kan de melder doorverwezen worden vooropvang en ondersteuning naar een vertrouwenspersoon.  5. Investeer in je mensen en het leiderschap, zij spelen een centrale rol Veiligheid op de werkvloer is een cruciaal onderdeel van inclusief werkgeverschap, waarbij de werkgever zich inzet voor diversiteit en het creëren van een cultuur, waar iedereen volledig zichzelf kan zijn. Veiligheid op de werkvloer begint dan ook bij het leiderschapsteam en de werknemers. Zet daarom de cultuur van de organisatie op de (strategische) agenda zodat ieder effectief bij kan dragen aan een positieve cultuurverandering op bredere schaal. Als medewerkers nieuwsgierig zijn naar het perspectief van de ander, brengt dat ze dichter bij elkaar én de organisatie naar een hoger plan. Investeer in je medewerkers bijvoorbeeld door trainingen en workshops op gebied van diversiteit en leiderschap. 

Lees verder

Betaal voor Privacy: Het Meta Pay-Off-Cookie Abonnement

Auteur: Sander van Oostrom Meta, het moederbedrijf van Facebook en Instagram, stelt gebruikers voor een belangrijke keuze. In dit artikel bespreekt VIA-jurist Sander van Oostrom het nieuwe abonnementsmodel van Meta. Meta, het moederbedrijf van Facebook en Instagram, stelt gebruikers voor een belangrijke keuze: expliciete toestemming verlenen voor het personaliseren van advertenties op basis van persoonsgegevens, of kiezen voor de betaalde versie van de sociale-mediaplatforms zonder advertenties. Het maandelijkse abonnement zonder advertenties voor burgers in de EU kost 9,99 euro voor webgebruikers, terwijl app-gebruikers 12,99 euro per maand moeten betalen. Vanaf 1 maart 2024 geldt voor extra accounts een toeslag van 6 euro per maand voor de webversie en 8 euro per maand voor toegang via de app. Uitspraak Europees Hof van Justitie Het nieuwe abonnementsmodel van Meta komt voort uit het oordeel van het Europees Hof van Justitie (HvJ). Het HvJ heeft Meta verboden persoonsgegevens te verzamelen voor advertentiedoeleinden zonder expliciete toestemming van gebruikers. Als reactie hierop heeft Meta het 'pay-off model’ geïntroduceerd: weiger je toestemming te geven voor het plaatsen van tracking cookies, dan ben je verplicht een vergoeding te betalen om toegang te verkrijgen tot de websites en/of apps. De rechtmatigheid van dit model wordt betwist door verschillende partijen, omdat er twijfel bestaat of de toestemming wel daadwerkelijk 'vrijelijk' wordt gegeven in de beschreven situatie. Rechtmatigheid Cookie Betaalmuur Het HvJ heeft echter met zijn oordeel de weg vrijgemaakt voor dit pay-off model. In het oordeel wordt aangegeven dat betaling van een 'passende vergoeding' een manier is om gebruikers toegang te geven tot de platforms, als tegenprestatie voor het niet verzamelen van hun persoonsgegevens voor de personalisatie van advertenties. Privacy toezichthouders zijn het niet met elkaar eens over dit standpunt van het HvJ. Zo stelt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op haar website dat een gebruiker die tracking cookies weigert, nog steeds toegang moet hebben tot het platform (of de website) 'bijvoorbeeld na betaling'. Hiermee lijkt de AP te benadrukken dat zij het pay-off model als rechtmatig beschouwen. Aan de andere kant heeft bijvoorbeeld de Noorse toezichthouder zorgenover het abonnementsmodel van Meta en starten zij een onderzoek. Passende vergoeding Het gebruik van het pay-off model in combinatie met het oordeel van het HvJ over een ‘passende vergoeding’ roept, zoals de Noorse toezichthouder terecht opmerkt, de vraag op of er nog wel sprake is van ‘vrije’ toestemming. Dit brengt de discussie naar voren over de mate van vrijwilligheid wanneer gebruikers worden geconfronteerd met de keuze tussen het ‘kostbare’ abonnement en het delen van persoonsgegevens voor gratis toegang.  Mocht de conclusie zijn dat het model van Meta rechtsgeldig is, blijft de discussie over wat beschouwd moet worden als een 'passende vergoeding' voor het afzien van tracking cookies. Hiermee lijkt ook het HvJ te bedoelen dat de geldelijke vergoeding niet zo hoog mag zijn dat gebruikers gedwongen worden alsnog de tracking cookies te accepteren. Kortom, de geldelijke vergoeding moet in verhouding staan tot de inkomsten gegenereerd door de tracking cookies. Hoe dit in de praktijk zal uitwerken, zal nog moeten blijken. Reactie Meta Meta geeft aan dat het gelooft in een advertentie-ondersteund internet, dat mensen toegang geeft tot gepersonaliseerde producten en diensten, ongeacht hun economische status. De optie voor mensen om een abonnement te kopen zonder advertenties, zorgt volgens Meta voor een balans tussen de eisen van de Europese regelgevers en geeft gebruikers tegelijkertijd de keuze om wel of geen persoonsgegevens te delen. Met dit nieuwe model zijn zij van mening dat er wordt voldaan aan de Europese wet- en regelgeving. Ondertussen kunnen adverteerders doorgaan met het uitvoeren van gepersonaliseerde advertentiecampagnes in Europa om diegenen te bereiken die ervoor kiezen om een gratis, advertentie-ondersteunde onlinedienst te blijven ontvangen.

Lees verder

Differential Privacy: Guidance for Digital Advertising

De Privacy-Enhancing Technologies (PETs) werkgroep van IAB Tech Lab heeft een gids over differential privacy uitgebracht. Deze handleiding verschaft helderheid en praktische kennis over differential privacy, wat professionals in de branche in staat stelt geïnformeerde beslissingen te nemen in de voortdurend evoluerende wereld van AdTech en gegevensbescherming. De voorlopige versie van de "Differential Privacy Guide for Digital Advertising" is beschikbaar voor download. Lees onderstaand persbericht voor meer informatie: IAB Tech Lab’s Privacy-Enhancing Technologies (PETs) Working Group Releases Comprehensive Guidance on Differential Privacy  New Document Offers Clarity and Actionable Insights on Differential Privacy, Helping Industry Professionals Make Informed Choices Amidst the Changing Landscape of AdTech and Data Privacy NEW YORK, Nov. 15, 2023 — Today, IAB Tech Lab, the global digital advertising technical standards-setting body, announced the release of their Differential Privacy Guidance, a document that aims to empower the digital advertising ecosystem with the knowledge and tools needed to evaluate and harness emerging PETs effectively. Developed by IAB Tech Lab’s PETs Working Group, the guidance is a critical resource for publishers and advertisers who are navigating the adtech ecosystem amidst third-party cookie deprecation and the rising demand for protecting consumer identity and personal data in business applications. IAB Tech Lab will be accepting public comments until December 14, 2023. Often surrounded by hype and misinformation, differential privacy is a key privacy enhancing technology that provides a mathematical guarantee of privacy. It is demystified in this document, which provides concrete guidance on its definition, applications, and real-world usefulness in digital advertising. It highlights specific use cases, helping readers understand where differential privacy can be effectively deployed and where it may not be suitable. “Education and confusion regarding PETs such as differential privacy are widespread in the adtech industry, and the document aims to rectify this by offering clear and practical insights,” said Miguel Morales, Director, Addressability & PETs, IAB Tech Lab. “It emphasizes the importance of differential privacy in preventing re-identification and reverse engineering of individual identity and personal data while ensuring collaborative efforts remain privacy-compliant.” Differential Privacy Guidance offers several critical takeaways for industry professionals, including: Empowering product decision-makers by arming them with the knowledge necessary to make informed choices when considering differential privacy-backed products. Providing a practical understanding of where and how differential privacy can be effectively applied Ensuring that resources are strategically directed towards genuinely productive use cases, thereby optimizing the use of privacy enhancing technology. “As experts in PETs, we understand the importance of providing clear, actionable guidance on differential privacy,” said Andrei Lapets, VP, Engineering & Applied Cryptography, Magnite. “We urge publishers and advertisers to seize this opportunity to enhance their knowledge and understanding of differential privacy's practical applications, benefits, and implementation challenges. By doing so, they can better position themselves to protect personal data, navigate the compliance landscape, and drive their businesses forward with confidence.” For more information or to access the Differential Privacy Guidance, please visit https://iabtechlab.com/diffprivacy/. About IAB Technology Laboratory Established in 2014, the IAB Technology Laboratory (Tech Lab) is a non-profit consortium that engages a member community globally to develop foundational technology and standards that enable growth and trust in the digital media ecosystem. Comprised of digital publishers, ad technology firms, agencies, marketers, and other member companies, IAB Tech Lab focuses on solutions for brand safety and ad fraud; identity, data, and consumer privacy; ad experiences and measurement; and programmatic effectiveness. Its work includes the OpenRTB real-time bidding protocol, ads.txt anti-fraud specification, Open Measurement SDK for viewability and verification, VAST video specification, and Project Rearc initiative for privacy-centric addressability. Board members/companies are listed at https://iabtechlab.com/about-the-iab-tech-lab/tech-lab-leadership/. For more information, please visit https://iabtechlab.com.

Lees verder

Consumer Insights #3: Het inzichtelijk maken van tijdelijke en universele inzichten

Publiceerde de Taskforce Consumer Insights eerder dit jaar het Consumer Insights Maturity Model, in een nieuw artikelenreeks kijkt de taskforce naar de basisprincipes van een inzicht. In het eerste artikel stond het verzamelen van input centraal. Want zonder input geen inzicht. In het tweede stuk publiceerden ze hun formule voor het schrijven van een goed inzicht. Nu is het tijd voor de volgende stap: het inzichtelijk maken van tijdelijke en universele inzichten.  Tijdelijke en universele inzichten Zoals het Consumer Insights Maturity Model laat zien, kunnen inzichten zowel tijdelijk als universeel zijn. De universele of fundamentele inzichten bevinden zich vooral aan de buitenkant van het model, op psychografisch en wetenschappelijk niveau, en zijn daarmee meer strategisch van aard. De meer tijdelijke inzichten bevinden zich juist richting de binnenkant van het model en zijn over het algemeen meer praktisch van aard.  Universele inzichten Universele inzichten komen met name voort uit psychografische kenmerken van mensen en daar bijhorende behoeften. Psychografische inzichten zijn vooral bekend door het gedragspsychologische werk van Daniel Kahneman. Daniel laat in zijn werk zien dat de mens de meeste beslissingen neemt op basis van heuristieken en biases. Deze ‘mentale shortcuts’ van mensen zijn al eeuwenoud. Elke organisatie die zich bezighoudt met gedragsverandering (in wezen elke marketeer dus) kan deze inzichten toepassen om zakelijk succesvoller te zijn. Bij menselijke behoeftes kun je denken aan het verlangen om vrij te zijn of juist erbij te horen. Dit zijn universele behoeften waar ieder mens zich in zal herkennen en waarmee je als marketeer dus even vooruit kunt, maar waarvan de vertaling onderhevig zal zijn aan een alsmaar veranderende context, denk hierbij aan maatschappelijke ontwikkelingen.  Het inzicht van Johnnie Walker  Een mooi voorbeeld van een merk dat slim universele inzichten inzet, is het whiskymerk Johnnie Walker. Het merk heeft zijn al meer dan 20 jaar bestaande platform ‘Keep Walking’ in 2021 nieuw leven ingeblazen door het aan te passen aan de huidige tijdgeest. Julie Bramham, Global Brand Director van Johnnie Walker, gaf bij de relaunch aan dat het inzicht al die 20 jaren draaide om persoonlijk succes en de behoefte om altijd door te gaan en jezelf te blijven ontwikkelen. Echter, door het kleingeestige clichébeeld van succes (lees: witte mannen in pak) spraken ze een steeds kleiner wordend publiek aan. Ze werden ingehaald door de nieuwe werkelijkheid. Onderzoek toonde aan dat er behoefte was aan een inclusievere vertaling van succes. Door zich aan te passen aan de huidige tijd en zich te verbinden met mensen van verschillende achtergronden en leeftijden, omdat deze allemaal dezelfde mentaliteit delen, ontstond er een heel nieuw spectrum aan mogelijkheden voor ‘Keep Walking’. Geen garantie voor succes In tegenstelling tot wat sommigen misschien verwachten zijn inzichten gestoeld op universele behoeftes of de gedragspsychologie geen garantie voor succes. De mate waarin je als merk uniek bent met de creatieve doorvertaling is net zo belangrijk. Kijk bijvoorbeeld maar naar de ‘Campaign for real beauty’ van Dove. Toen deze campagne 2004 jaar geleden werd gelanceerd, paste deze perfect bij de context van die tijd en was mede hierdoor zo succesvol. Het beautymerk hanteert nog steeds hetzelfde inzicht. En ondanks dat het nog altijd grotendeels overeind staat, kunnen ze hier anno 2023 niet meer het verschil mee maken.  Tijdelijke inzichten Als we kijken naar de binnenkant van het model, zien we de tijdelijke inzichten. Dit type inzicht vergt regelmatig wat schaafwerk, waardoor bijvoorbeeld mediacampagnes geoptimaliseerd moeten worden en waarbij creaties, sites of mediakanalen die beter resultaat leveren, moesten worden geprioriteerd. De houdbaarheid van de inzichten is, onder andere, afhankelijk van technologische ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan het slim gebruiken van AI om automatisch webpagina’s te ontwikkelen die bijdragen aan de ranking in Google. Dit inzicht kan het verschil maken tot het moment dat iedereen het gaat toepassen of Google er een stokje voor steekt, waarna er weer een gelijk speelveld ontstaat. Door tijdelijke inzichten te bundelen in terugkerende patronen, bijvoorbeeld door over campagnes heen te kijken en zo tot nieuwe inzichten te komen, kunnen ook tijdelijke inzichten een strategisch tintje krijgen.  Stay tuned Nu we de verschillende inzicht-niveaus hebben toegelicht, is het moment aangebroken om het Consumer Insights Maturity Model op de proef te stellen. In het volgende artikel gaan we daarom op zoek naar de link tussen de effectgedreven en de psychografische kant van het model. Dus ben je benieuwd hoe de combinatie van boven- en onderkant van het Consumer Insights Maturity Model uitvoerbare inzichten genereert? En welke actie daaruit gevolgd kan worden om dichter bij de commerciële resultaten te komen? Houd dan goed de website en socialmediakanalen van VIA in de gaten.  De inzichten op een gedetailleerder niveau, die zich aan de binnenkant van het model bevinden, maken al snel inzichtelijk wat de ‘quick wins’ zijn. De inzichten die zich meer aan de buitenkant van het model bevinden, verdienen wat meer aandacht en dus tijd. Maar met de wetenschap dat je deze ‘in the end’ allemaal terug kan verdienen, wordt ook dat opeens allemaal wel mogelijk. LEES OOK:

Lees verder

Advertenties lucratieve bijverdienste voor winkelketens

Mario Bersem is sectoreconoom bij ABN AMRO. Binnen de afdeling Sector Expertise richt hij zich op de sectoren Zakelijke Dienstverlening en Technologie, Media & Telecom. Hij doet onderzoek naar trends en ontwikkelingen, innovaties en regelgeving en vertaalt deze naar kansen, uitdagingen en prognoses voor de sector. Dit artikel is eerder geplaatst op de site van ABN AMRO. Winkelketens stellen steeds vaker advertentieruimte beschikbaar in hun eigen kanalen: op de eigen website, in de eigen app, en ook op schermen in de eigen winkels. Onlangs lanceerde Hema een eigen medianetwerk waarop alle schermen van 280 winkels zijn aangesloten. Hema volgt daarmee supermarktketens als Albert Heijn en Plus, die van de verkoop van advertenties al een groeiende en lucratieve bijverdienste weten te maken. Waar retailers traditioneel tot de grootste adverteerders behoren, verkopen ze nu ook advertenties. Steeds vaker bieden retailers advertentieruimte aan leveranciers om via hun eigen kanalen te adverteren. En retailers gebruiken de kanalen natuurlijk ook zelf: ‘Hamsteren !’, zoals een bekende reclame-uiting van een supermarktketen luidt. Dat retailers sommige producten van leveranciers extra onder de aandacht brengen tegen een vergoeding is niet nieuw; dat gebeurt al sinds jaar en dag analoog, bijvoorbeeld via speciale acties of schappen in de winkel. Maar nu worden daar de eigen digitale kanalen en fysieke schermen op de winkelvloer aan toegevoegd en ontstaan er hele nieuwe medianetwerken, de zogenoemde retail-media. De inzet van retail-media om digitale advertenties aan te bieden is onderdeel van een internationale trend die nu eens niet in de Verenigde Staten is begonnen, maar in China. In China begonnen e-commerce platforms als Alibaba en JD.com al meer dan twintig jaar geleden met de verkoop van digitale advertentieruimte. Ook in de Verenigde Staten is retail-media verder doorgedrongen dan in Europa. Zo verdient de retail-reus Amazon al meer aan onlineadvertentie-inkomsten dan omroep-reus YouTube: In 2022 ging het om bijna 38 miljard dollar voor Amazon, terwijl YouTube bleef steken op zo’n 30 miljard dollar. Voor 2023 verwacht Amazon een groei van 20 procent voor de advertentietak. Ook in Nederland stijgen de advertentie-uitgaven via retail-media als een raket. Volgens Rogier Lammers, voorzitter van de taskforce retail-media bij branchevereniging VIA, zijn de uitgaven in 2022 met 42 procent gestegen. Daarmee bereikten de advertentie-uitgaven een niveau van zo’n 210 miljoen euro, gelijk aan 6 procent van de totale digitale advertentie-uitgaven. Dit is nog een relatief laag percentage vergeleken met bijvoorbeeld Duitsland of het Verenigd Koninkrijk. ABN AMRO verwacht de komende jaren dan ook een stevige groei, deels gedreven door een inhaalslag die momenteel gemaakt wordt, zie grafiek. In Europa loopt Duitsland voorop, niet verwonderlijk aangezien een gemiddelde Duitse internetgebruiker Amazon als startpagina heeft. Maar heel Europa loopt zo’n drie jaar achter op de Verenigde Staten, aldus Lammers, om nog maar te zwijgen over China waar retail-media veel verder is doorgedrongen. Uit cijfers van Daniel Knapp van IAB Europe blijkt dat de uitgaven aan retail-media in Europa gemiddeld gelijk zijn aan 11 procent van de totale digitale advertentie-uitgaven, terwijl deze in de VS al richting 17 procent gaan en China inmiddels vooroploopt met maar liefst 30 procent. Alle grote retailers hebben de mogelijkheden van retail-media ontdekt en zetten teams op om hun advertentietak verder te ontwikkelen. In sommige gevallen moeten deze nieuwe teams wedijveren met hun collega’s van e-commerce die tot nu toe het rijk alleen hadden inzake de webshop en de online-winkelervaring. Retail-mediateams willen advertenties verkopen. Dat leidt soms tot frictie. Het betreft namelijk advertenties die, zelfs als die naadloos met de huisstijl van de webshop verweven zijn, toch afbreuk kunnen doen aan de winkelervaring van de consument. Meer opzichtige campagnes zouden leveranciers die niet adverteren zelfs tegen de haren kunnen strijken. Deze fricties zullen groeistuipen blijken te zijn want de retail-media trend laat zich niet stoppen; dat leert de ervaring uit de Verenigde Staten en China. Voor adverteerders is het zaak af te wegen of de kosten van een retail-mediacampagne opwegen tegen de baten. De baten zijn vrij eenvoudig te meten, althans voor het online-gedeelte, via clicks en gerealiseerde verkopen. Daarnaast is de beschikbaarheid van data een van de belangrijkste redenen voor een leverancier om bij een retailer te adverteren. Retailers beschikken over rijke klantgegevens die vanwege het verdwijnen van de third-party cookies steeds moeilijker elders te verkrijgen zijn. Adverteerders kunnen gericht adverteren, bijvoorbeeld op iemand die graag koekjes eet, en bovendien vlakbij het verkooppunt. Deze combinatie maakt dat retail-media de wind momenteel stevig in de zeilen heeft, juist in Europa waar databeleid steeds restrictiever wordt. Retail-media kent zoals gezegd verschillende uitingen: het scherm in de winkel, de display- of video-advertenties op de website of in de app. Maar het leeuwendeel van de inkomsten uit retail-media bestaat uit gesponsorde producten. Dit zijn de eerste zoekresultaten die de klant te zien krijgt na een zoekopdracht op een platform als Amazon of Bol.com. Het verdienmodel lijkt sterk op dat van Google Search, waar de eerste zoekresultaten vaak ook gesponsord zijn. Maar per click worden veel grotere bedragen betaald voor retail-media campagnes dan voor Google Search campagnes. Lammers zegt daarover: “Google weet wat je zoekt, maar retailers weten wat je wil kopen.” Retail-media advertenties zitten laag in de marketingtrechter (ook wel funnel) vergeleken met andere campagnes. Die trechter begint breed bovenin bij ‘gewaarwording’ en eindigt onderin bij aankoop van een product of dienst. Voor een lagere positie in de trechter worden relatief grote bedragen betaald, omdat de kans op conversie (verkoop) groter is wanneer je dichtbij het verkooppunt adverteert. Retailers kunnen daar nog een verpersoonlijking aan toevoegen, op basis van hun klantgegevens, waarmee ze de advertenties nog effectiever en dus waardevoller maken. Ook aan de kostenkant ziet retail-media er gunstig uit voor retailers, de infrastructuur is er immers al in de vorm van website, app en winkelruimte. Daar komt bij dat ze de retail-media kanalen ook kunnen gebruiken voor eigen reclame-uitingen. Hoge baten en lage kosten betekent hoge marges. Volgens een schatting van Boston Consulting Group zou het bij online om een bruto marge van 70-90 procent gaan. Reden genoeg voor Bol.com om de reclametak tot strategische prioriteit te maken, naast e-commerce en logistieke diensten. Ook winkelketens storten zich massaal op deze lucratieve (bij)verdienste. Meer informatie Hema, HEMA start eigen retail media netwerk

Lees verder

EU-initiatief voor kortere betalingstermijnen 

Auteur: Sander van Oostrom Op 12 september 2023 heeft de Europese Commissie een reeks initiatieven aangekondigd ter ondersteuning van de behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen (MKB) In dit artikel bespreekt VIA-jurist Sander van Oostrom de voorgestelde regeling. Op 12 september 2023 heeft de Europese Commissie een reeks initiatieven aangekondigd ter ondersteuning van de behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen (MKB). Een maatregel binnen dit pakket is het voorstel voor een verordening om de betalingsachterstanden bij handelstransacties aan te pakken. Deze voorgestelde regeling zal betalingstermijnen in de Europese Unie beperken tot een maximum van 30 dagen voor alle organisaties.  Dit heeft in feite tot doel de betalingsdiscipline van alle betrokken actoren (overheidsinstanties, grote ondernemingen en kmo’s) te verbeteren en ondernemingen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van betalingsachterstand bij handelstransacties. Mogelijk einde van de oude richtlijn  De Europese Commissie heeft hiermee de intentie om afscheid te nemen van de oude richtlijn uit 2011, die bedrijven 60 dagen de tijd geeft om facturen te betalen. In bepaalde lidstaten kan deze termijn zelfs oplopen tot 120 dagen of meer, wat vooral nadelig uitpakt voor het MKB. Dit is te wijten aan het gebrek aan onderhandelingsmacht van kleinere organisaties, wat vaak resulteert in ongunstige betalingsvoorwaarden: lange betalingstermijnen voor kleine schuldeisers en korte termijnen voor kleine schuldenaren. Bovendien brengt dit aanzienlijk meer risico met zich mee voor het MKB, gezien hun grotere kwetsbaarheid voor liquiditeitsproblemen.  Strengere betalingstermijnen  De voorgestelde verordening introduceert een uniforme maximale betalingstermijn van 30 dagen, vanaf de ontvangst van de factuur, op voorwaarde dat de schuldenaar de goederen of diensten heeft ontvangen. Dit geldt voor alle commerciële transacties, ongeacht of het om transacties tussen bedrijven (B2B) of tussen overheidsinstanties en bedrijven gaat.   Automatische rente en handhaving  Een ander essentieel aspect van de voorgestelde verordening betreft de verplichting tot automatische rente op betalingsachterstanden, tegen tarieven die in de verordening zijn vastgelegd, totdat de schuld volledig is voldaan. Hiermee wordt de verantwoordelijkheid voor de betaling van rente verschoven van de onderhandelingstafel naar een automatisch en bindend proces. Bovendien wordt van lidstaten verwacht dat zij handhavingsinstanties oprichten om ervoor te zorgen dat de nieuwe regels worden nageleefd. Deze instanties krijgen de bevoegdheid om onderzoek te doen, inspecties ter plaatse uit te voeren en sancties op te leggen. Dit versterkt de afdwingbaarheid van de voorgestelde verordening en biedt het MKB extra bescherming tegen laatbetalers.  Behoud van contractvrijheid  Sommige partijen uiten kritiek op het voorstel omdat ze vrezen dat het de contractvrijheid inperkt. De nieuwe verordening geeft namelijk minder ruimte om betalingsvoorwaarden naar eigen inzicht te bepalen. De Europese Commissie benadrukt echter dat de contractvrijheid behouden blijft onder de nieuwe regels. Partijen kunnen nog steeds onderhandelen over betalingstermijnen, zolang deze maar niet langer zijn dan 30 dagen én de rente automatisch wordt toegepast en verschuldigd is. Hierdoor blijft volgens de Europese Commissie flexibiliteit in contractonderhandelingen bestaan binnen de grenzen van de verordening.  Wanneer kunnen we de nieuwe regels verwachten?  Het voorstel bevindt zich momenteel in het wetgevingsproces en zal de komende tijd worden besproken en geëvalueerd. Zodra de verordening is goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad, zullen de nieuwe regels één jaar na de inwerkingtreding van de verordening van toepassing worden, om organisaties de nodige tijd te geven om te voldoen aan de nieuwe regels. Dit wordt naar verwachting pas in 2025, op zijn vroegst. 

Lees verder

Consumer Insights #2: De ingrediënten van een goed inzicht

Publiceerde de Taskforce Consumer Insights eerder het Consumer Insights Maturity Model, in een nieuw artikelenreeks kijkt de taskforce naar de basisprincipes van een inzicht. In het eerste artikel stond het verzamelen van input centraal. Want zonder input geen inzicht. Maar wat maakt een inzicht eigenlijk een goed inzicht en hoe formuleer je dit? Helaas is er geen wetenschappelijke formule voor het tot stand komen van een succesvol inzicht. Maar gelukkig is er wel een formule voor het schrijven van een goed inzicht. Welke dat is, lees je in dit artikel. Als een cabaretier een grap maakt die een maatschappelijk probleem in een nieuw perspectief zet, dan is het een ‘haha-ervaring’. Een wetenschapper die een ontdekking doet, heeft een ‘aha-ervaring’. Een inzicht laat je de realiteit, zoals je die tot dat moment kent, op een nieuwe manier zien. Inzichten vinden we overal om ons heen. Inzichten in marketingcommunicatie vallen in het ‘aaaah-spectrum’. Ze zijn minder hoogdravend dan een wetenschappelijke doorbraak, maar wel meer impactvol dan een goede grap. Een inzicht in marketingcommunicatie helpt om nieuwe manieren te vinden om zakelijk succesvol te zijn.  Formule voor een goed inzicht Als data, informatie en kennis kunnen vertellen wat er gebeurt, dan vertelt een inzicht waarom het gebeurt en wat dat kan betekenen. Het inzicht geeft richting aan een oplossing, idee of vervolgactie in de vorm van bijvoorbeeld een creatief idee of mediaplan. De formule is als volgt: Praktijkvoorbeeld Een inzicht bestaat altijd uit drie elementen: wat zien we gebeuren, waarom zien we dit gebeuren en in welke context moeten we dit plaatsen? Deze drie vragen samen leiden tot het inzicht, oftewel: ‘wat betekent dit?' Overigens kan het zo zijn dat het inzicht enkel een observatie is, waarna je vervolgens op zoek gaat naar ondersteunende data, informatie en kennis. Een voorbeeld:  Marc Oosterhout schrijft in zijn boek Powerbrands 2.0 dat alles wat de NS deed negatief werd uitgelegd (observatie), terwijl de meeste treinen toch echt op tijd reden (data). Het communiceren over deze feiten en ze nuanceren, bleek averechts te werken (observatie). Dit is de ‘wat’ en bestaat uit zowel data als observaties. Uit gesprekken met reizigers en medewerkers van de NS bleek dat mensen graag in vrijheid en rust van A naar B willen reizen (behoefte), maar dat ze het gevoel hebben dat ze zodra ze een stap in een station zetten, overgeleverd zijn aan het systeem (frictie). Dit vormt samen het ‘waarom’, bestaande uit een behoefte en een frictie. Marc verbond de feitelijke data met de belevingswereld van de reiziger en creëerde zo een nieuwe context: een ‘aaaah-ervaring’.  Deze ervaring leidde tot het inzicht dat de NS niet moest praten over de angst, maar over het verlangen: ‘de reis is van jou’. Dit paste goed bij de zich snel ontwikkelende dienstverlening van de NS, die mensen steeds meer de mogelijkheid gaf zelf hun volledige reis van A naar B te plannen via apps en met aanvullende diensten zoals de ov-fiets, en het werd het leidende principe van de NS. Het inzicht heeft daarmee tot meerdere oplossingen geleid. Creativiteit maakt het verschil Om tot een goed inzicht te komen, is bij het formuleren van het inzicht en met name bij de vertaalslag naar de oplossing, een zekere mate van creativiteit nodig zoals beschreven door Edward Boches, Chief Creative Officer MullenLowe, en voormalig professor aan de Universiteit van Boston. De creativiteit die voor het formuleren nodig is, is tweeledig, schrijft Boches. Ten eerste kiezen we zelf welke informatie of observatie we als basis gebruiken. Die is niet altijd eenduidig en ons eigen perspectief, onze vooroordelen en ervaringen spelen daarin een belangrijke rol. Vervolgens maken we ook onze eigen vertaling van die informatie naar een inzicht. Ook daarin kunnen verschillende mensen verschillende keuzes maken.  De creativiteit waarmee een inzicht is vertaald in oplossingen is van doorslaggevende aard voor de reden waarom sommige inzichten meer impact opleveren dan andere. Gelukkig kun je met onderzoek een deel van de subjectiviteit wegnemen. Door te toetsen in welke inzichten de beoogde doelgroep zich het beste herkent, ontdek je welke oplossingen het meeste aanspreken en in welke vorm. Input = output Met de juiste ingrediënten en een zekere dosis creativiteit kun je dus tot goede en misschien wel zeer succesvolle inzichten komen. Ondanks alle voordelen die inzichten bieden, geeft het merendeel van marketeers en strategen aan door een gebrek aan tijd, budget, data, inspiratie of (in de meeste gevallen) een combinatie van al deze factoren niet alle stappen te kunnen of willen doorlopen en zo tot een baanbrekend inzicht te komen. Als taskforce begrijpen we de uitdaging, en dat is dan ook de reden waarom wij het Consumer Insights Maturity Model hebben ontwikkeld. Het cirkelvormige model laat twee invalshoeken zien die in de markt het meest gangbaar zijn bij het vergaren en interpreteren van inzichten en waar vervolgens naar gehandeld wordt. De inzichten op een gedetailleerder niveau, die zich aan de binnenkant van het model bevinden, maken al snel inzichtelijk wat de ‘quick wins’ zijn. De inzichten die zich meer aan de buitenkant van het model bevinden, verdienen wat meer aandacht en dus tijd. Maar met de wetenschap dat je deze ‘in the end’ allemaal terug kan verdienen, wordt ook dat opeens allemaal wel mogelijk. LEES OOK:

Lees verder

Taskforce

Alle taskforces

Thema

Alle thema's

Type

Artikel

Zoek

Reset filters