Het EU-US Data Privacy Framework: een doorbraak voor de doorgifte van persoonsgegevens naar de VS? 

Auteur: Sander van Oostrom

In dit artikel bespreekt VIA-jurist Sander van Oostrom een nieuw adequaatheidsbesluit: het EU-US Data Privacy Framework (Privacy Framework)

 

De Europese Commissie heeft een belangrijke stap gezet met betrekking tot de doorgifte van persoonsgegevens naar de Verenigde Staten (VS), door het aannemen van een nieuw adequaatheidsbesluit: het EU-US Data Privacy Framework (Privacy Framework). Een adequaatheidsbesluit betekent dat de Europese Commissie van mening is dat het land veilig genoeg is om persoonsgegevens mee uit te wisselen. Hierdoor is het vanaf dit moment (wéér) rechtmatig mogelijk is om persoonsgegevens naar de VS te sturen. Dit besluit heeft echter de nodige vragen opgeroepen. Eerder gingen we al dieper in op de regels die gelden voor de doorgifte van persoonsgegevens naar landen buiten de Europese Economische Ruimte (EER). 

Terugblik: Schrems I en Schrems II

Om de recente ontwikkelingen te begrijpen, moeten we terugkijken naar de uitspraken van Schrems I (Safe Harbour) en Schrems II (Privacy Shield). Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in deze zaken vastgesteld dat de Amerikaanse inlichtingendiensten een te ruime bevoegdheid hadden tot Europese persoonsgegevens. Dit betekende dat ze vrij gemakkelijk toegang konden krijgen tot de persoonsgegevens van EU-burgers als deze waren opgeslagen op Amerikaanse servers. Daarnaast hadden EU-burgers niet voldoende juridische bescherming tegen deze toegang. Dit leidde praktisch gezien tot een verbod op het delen van persoonsgegevens met organisaties gevestigd in de VS. 

Het Privacy Framework

Volgens het persbericht van de Europese Commissie volgt uit het Privacy Framework dat de VS een passend beschermingsniveau garandeert - vergelijkbaar met dat van de Europese Unie - voor persoonsgegevens die vanuit de EU worden doorgegeven aan Amerikaanse bedrijven.

Volgens de Europese Commissie komt het Privacy Framework tegemoet aan alle bezwaren van het Hof van Justitie van de Europese Unie, onder andere met betrekking tot de toegang tot Europese persoonsgegevens door Amerikaanse inlichtingendiensten. Het betekent onder meer dat persoonsgegevens gewist moeten worden wanneer die niet langer nodig zijn. Volgens het besluit moet de toegang die de VS heeft tot burgers uit de EU ‘beperkt zijn tot wat noodzakelijk en evenredig is om de nationale veiligheid te beschermen’. Op dit moment is het nog niet duidelijk wat dit precies inhoudt.

Wat betekent dit nu?

Met het adequaatheidsbesluit kunnen persoonsgegevens uit de EU worden doorgegeven naar de VS, op voorwaarde dat de ontvangende Amerikaanse organisatie zich houdt aan de regels van het Privacy Framework. Amerikaanse bedrijven die momenteel gecertificeerd zijn onder het (verouderde) ‘EU-US Privacy Shield Framework’ (dat ongeldig werd verklaard door Schrems II) krijgen de mogelijkheid tot een vereenvoudigde procedure voor certificering onder het ‘EU-US Data Privacy Framework’. Wanneer de Amerikaanse organisatie hierbij is aangesloten betekent dit dat het gebruik van Standard Contractual Clauses (SCC’s) niet langer nodig zijn. 

Conclusie

Het nieuwe adequaatheidsbesluit lijkt (vooralsnog) dé oplossing te bieden voor de problematiek rondom de doorgifte van persoonsgegevens naar bedrijven in de VS. Echter, gezien de eerdere onrechtmatigheid van voorgaande adequaatheidsbesluiten, bestaat er nog onzekerheid over de duurzaamheid van dit besluit. Bekende privacyactivist Max Schrems, de man die Safe Harbour en het Privacy Shield liet sneuvelen, gaat ook het Privacy Framework laten toetsen door het Hof van Justitie van de Europese Unie. Schrems beweert dat het Privacy Framework grotendeels een kopie is van het ongeldig verklaarde Privacy Shield. Voorlopig kunnen persoonsgegevens vanuit de EU, op grond van het EU-US Data Privacy Framework, in ieder geval weer worden doorgegeven aan bedrijven in de VS.

 

Gerelateerde artikelen

Autoriteit Persoonsgegevens gaat strenger toezicht houden

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft met een brief aan de VIA aangekondigd in 2024 strenger toezicht te houden. Eerder al uitte het kabinet haar zorgen over het gebruik van cookies en online tracking, waardoor een extra budget van 500.000 euro per jaar aan de AP werd toegewezen voor het toezicht hierop. Dit extra budget zal de AP gebruiken om vaker te controleren of organisaties op de juiste manier toestemming vragen voor het plaatsen van onder andere tracking cookies. De AP heeft vuistregels op haar website gepubliceerd met uitleg hoe organisaties hun cookiebanner moeten inrichten en toestemming voor het plaatsen van tracking cookies gevraagd moet worden. De AP heeft deze brief naar de VIA gestuurd met het verzoek om de inhoud ervan onder de aandacht te brengen bij onze leden. Het is van belang dat jij, als lid van de VIA, hiervan op de hoogte bent. Zodat er nu de mogelijkheid is om eventuele aanpassingen uit te voeren. – Saskia Baneke-Delfgaauw, VIA-directeur Lees hieronder de brief van het AP. Via deze mail houden we onze leden op de hoogte van belangrijke juridische ontwikkelingen. Als contactpersoon van jouw organisatie vragen we je om deze e-mail door te sturen naar degenen binnen de organisatie voor wie deze updates van belang zijn. Alvast bedankt! Mochten er vragen zijn of hebben jullie hulp nodig, neem dan contact op met Saskia Baneke, [email protected] of Guido Grevink [email protected] Relevante links:Autoriteit Persoonsgegevens publiceert richtlijnen voor het opstellen van een correcte cookiebannerHeldere en misleidende cookiebanners | Autoriteit PersoonsgegevensLegal Digital Advertising Checklist VERSTERKT TOEZICHT OP TRACKING TECHNOLOGIEËN EN NORMUITLEG RONDOM COOKIES De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gaat vanaf dit jaar vaker controleren of websites op de juiste manier toestemming vragen voor het vragen van (tracking) cookies en andere volgsoftware. In de praktijk komt het namelijk regelmatig voor dat er misleidende cookiebanners worden gebruikt, waardoor de toestemming voor de verwerking van persoonsgegevens niet juist wordt verkregen. De AP wijst u middels deze brief graag op de normuitleg die de AP hier recent over heeft uitgebracht. Cookies en de AVGBij het gebruik van tracking cookies of vergelijkbare technieken kan ervan uit worden gegaan dat er persoonsgegevens worden verwerkt. Dit geldt ook voor sommige functionele en beperkte analytische cookies. Aangezien het gaat om een verwerking van persoonsgegevens moet er ook worden voldaan aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Belang van een heldere cookiebannerDoor middel van tracking technologieën kunnen organisaties meekijken met het internetgedrag van hun websitebezoekers. Echter, dit is alleen toegestaan als websitebezoekers daar expliciet mee akkoord gaan. Zij moeten ook de optie hebben om cookies te weigeren, zonder nadelige gevolgen. Door het inzetten van een heldere cookiebanner kunnen websitebezoekers een weloverwogen keuze maken om wel of geen toestemming te geven. AP normuitlegNaast het versterkte toezicht brengt de AP ook normuitleg uit, zodat organisaties aan de hand van praktische regels kunnen voldoen aan de wettelijke vereisten met betrekking tot (tracking) cookies en andere technologieën. Inmiddels heeft de AP twee uitgebracht: normuitleg voor het maken van een heldere cookiebanner en normuitleg voor het intrekken van toestemming bij cookies. Voor verdere uitleg en voorbeelden verwijzen we u graag naar onze website. De volgende vuistregels helpen bij het opstellen van een correcte cookiebanner: Geef informatie over het doel; Zet vinkjes niet automatisch aan; Gebruik duidelijke tekst; Zet verschillende keuzes op één laag; Verberg bepaalde keuzes niet; Laat iemand niet extra klikken; Gebruik geen onopvallende link in de tekst; Wees helder over het intrekken van toestemming; Verwar toestemming niet met gerechtvaardigd belang. De volgende regels verduidelijken waaraan voldaan moet worden bij intrekken van toestemming bij cookies: Toestemming intrekken moet op ieder moment kunnen; Toestemming intrekken moet net zo gemakkelijk zijn als het aangeven; Toestemming intrekken mag geen nadelige gevolgen hebben voor uw websitebezoekers; Geef informatie over hoe websitebezoekers toestemming kunnen intrekken vóórdat zij toestemming geven; Zorg voor een vindbare plek voor het intrekken van toestemming; Gaat het (ook) om toestemming voor het verwerken van persoonsgegevens door derde partijen? Dan moet u deze derde partijen ook laten weten dat iemand de toestemming heeft ingetrokken.

Lees verder

Whitepaper Data-Cleanrooms: Wat zijn het en hoe zet je ze effectief in?

Het landschap van digitale marketing is flink veranderd. Firefox en Safari ondersteunen geen cookies van derden meer, Chrome is ze aan het uitfaseren en de ePrivacy Richtlijn en GDPR vereisen dat uitgevers en adverteerders toestemming van consumenten krijgen om hun data te verzamelen en te gebruiken. En dat zorgt voor de nodige uitdagingen op het gebied van data en privacy. Gelukkig bieden data-cleanrooms een oplossing. Cleanrooms maken het voor bedrijven mogelijk om samen te werken en data te analyseren met behoud van privacy en naleving van regelgeving. Ze zijn vooral nuttig in situaties waarin meerdere partijen de collectieve kracht van hun gegevens willen benutten zonder de individuele privacy of gegevensbeveiliging in gevaar te brengen. Klantgegevens worden zorgvuldig geanonimiseerd en ontdaan van alle persoonlijke of identificeerbare informatie. Deze gegevens kunnen vervolgens worden geanalyseerd en gebruikt om nieuwe inzichten te krijgen over gebruikers op een geaggregeerd niveau. Dit whitepaper geeft marketeers die nog geen of weinig ervaring hebben met data-cleanrooms inzicht in alle mogelijkheden. Van het definiëren van doelstellingen tot juridische zaken, uploaden van data en verbinding met andere bronnen tot het uitvoeren van data-analyses. De theorie wordt aangevuld met cases uit de Nederlandse reclame-industrie en aanbevelingen die betrekking hebben op de beperkingen en kosten van data-cleanrooms. Bijdragen van: Birgit Boing, Emmelijn Hermens, Weiwei Liu-Schröder, Bastiaan Spaans, Bernard de Vreede, Mark Wilmont.

Lees verder